Uitgelicht: Health in All Policies
Health in All Policies (gewoonlijk afgekort als HiAP) is een concept dat enkele decennia oud is en breed gedragen wordt. Het idee achter dit concept is dat bevorderen van gezondheid niet alleen een zaak van de gezondheidszorg is, maar meegenomen moet worden in alle beleidsterreinen om het beroep dat op de zorg gedaan moet worden te verminderen40. Vanzelfsprekend is dit ook voor de jeugdzorg relevant. In de Hervormingsagenda Jeugd wordt het ook genoemd in de context van het borgen van aandacht voor mentale gezondheid in alle aspecten van beleid en samenleving.
Er is behoorlijk wat onderzoek naar HiAP gedaan, waaruit kort gezegd naar voren komt dat het in de praktijk niet eenvoudig te implementeren blijkt. Twee scoping reviews41,42 identificeerden de volgende facilitators en barriers:
Facilitators | Barriers |
---|---|
beschikbaar budget | extra taken voor domeinen buiten de zorg |
sterk leiderschap in lokale en bovenlokale bestuurslagen | gebrek aan budget |
politieke betrokkenheid | gebrek aan concrete doelen |
training en ondersteuning | gebrek aan KPI’s |
domeinoverstijgende samenwerking | gebrek aan eigenaarschap op het lokale niveau |
betrokkenheid van de gemeenschap | gebrek aan kennis |
faciliterende nationale wetgeving met ruimte voor lokale autonomie | verkokerde organisatiestructuren |
Vooral de laatste facilitator is in de context van het Nederlandse jeugdstelsel relevant: faciliterende nationale wetgeving met ruimte voor lokale autonomie.
Een doorontwikkeling van het HiAP concept is Health for All Policies. Waar HiAP beoogt de zorg onderdeel te maken van andere beleidsterreinen, is het doel van Health for All Policies een meer wederkerige relatie tussen de zorg en andere beleidsterreinen: de zorg wordt niet alleen onderdeel van andere beleidsterreinen, maar andere beleidsterreinen worden ook onderdeel van de zorg. Het verbeteren van de gezondheid van de bevolking heeft namelijk ook positieve effecten op de samenleving waar andere beleidsterreinen van profiteren43.
Het begrip equity vormt ook een onderdeel van HiAP. Met betrekking tot de zorg kan equity alsvolgt gedefinieerd worden: “Equity in health means that peoples’ needs guide the distribution of opportunities for well-being. Equity in health is not the same as equality in health status... inequities occur as a consequence of differences in opportunity”44 . In deze context wordt wel gesproken van Health Equity in All Policies (HEiAP)45.
Concreet betekent dit dat zorg in gelijke mate beschikbaar en toegankelijk dient te zijn voor iedereen die zorg nodig heeft. Het moge duidelijk zijn dat dit zich slecht verhoudt tot aanbodgerichte zorg. Er is ook lang niet altijd sprake van equity, zo blijkt bijvoorbeeld uit ggz-onderzoek dat wijst op het bestaan van een mental health paradox: enerzijds te veel zorg voor personen die het eigenlijk niet nodig hebben en anderzijds te weinig zorg voor personen die het wel nodig hebben46. Er zijn aanwijzingen dat hier in de jeugdzorg ook sprake van zou kunnen zijn: van met name ambulante jeugdhulp – verantwoordelijk voor het grootste deel van de toename van het gebruik de afgelopen jaren – wordt bijvoorbeeld steeds meer gebruik gemaakt door gezinnen met hogere inkomens47. Anderzijds blijkt uit onderzoek dat jeugdigen met een migratieachtergrond een slechtere mentale gezondheid hebben48 terwijl met name jeugdigen van Turkse en Marokkaanse afkomst in vergelijking met andere jeugdigen juist minder gebruik maken van jeugdzorg49.
Een belangrijk doel van zowel HiAP als het concept passende zorg, waar in het volgende hoofdstuk op ingegaan wordt, is het beperken van het zorggebruik. Om echter succesvol integraal beleid gericht op het voorkomen van jeugdzorggebruik te kunnen voeren, is het ook noodzakelijk inzicht te hebben in welke factoren een rol spelen bij het gebruik van zorg en in welke mate. Als het gaat om jeugdzorg is hier op dit moment nog onvoldoende inzicht in. Er is wel onderzoek dat erop wijst dat toegankelijkheid een grotere rol speelt dan andere factoren50, maar dit is een onderwerp dat nader onderzoek behoeft.
Er is weliswaar een behoorlijke hoeveelheid internationaal onderzoek gedaan naar zorggebruik, maar dit betreft meestal de zorg in het algemeen. Wanneer het specifiek jeugdigen betreft, heeft het meestal alleen betrekking op ggz. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de jeugdzorg in Nederland op een vrij unieke manier georganiseerd is, die afwijkt van hoe de zorg in de meeste andere landen ingericht is. Veel van wat in Nederland onder jeugdzorg valt, wordt in andere landen onder welzijn geschaard. Dit wil overigens niet zeggen dat dergelijk onderzoek per definitie niet relevant is voor het jeugdzorggebruik in Nederland.
‘Veel maatschappelijke kosten slaan neer in de zorg’
Lees het interview met Tessa Jansen-van Eijndt, onderzoeker bij het RIVM