Pilot informatievoorziening jeugdstelsel van start
De Jeugdautoriteit (JA) organiseerde eind maart in twee jeugdzorgregio’s voorlichtingsbijeenkomsten over de Pilot informatievoorziening jeugdstelsel. Nu vertegenwoordigers van de deelnemende jeugdhulpaanbieders en jeugdzorgregio’s zijn bijgepraat over de opzet en planning is de pilot echt van start gegaan.
Tijdens de twee bijeenkomsten in de jeugdzorgregio’s Rotterdam Rijnmond en Hart van Brabant is de JA in gesprek gegaan met meer dan dertig organisaties. Er is gesproken over de Pilot informatievoorziening jeugdstelsel, maar ook over het algemeen belang van meer inzicht in het jeugdhulpstelsel. De betrokken partijen zetten zich hiervoor in. Gertjan Postma, projectleider bij de JA: “De bijeenkomsten werden goed bezocht en waren productief. De betrokkenen zien de meerwaarde van vroegsignalering als belangrijke bijdrage aan de continuïteit van jeugdhulp. Daarnaast kregen we opbouwende kritiek ten aanzien van de gevolgde werkwijze, wat ten goede zal komen aan de uitrol van de pilot in de komende maanden.”
De Jeugdautoriteit start deze pilot om te onderzoeken welke gegevens nodig zijn en op welke wijze die opgevraagd moeten worden. Het gaat daarbij niet alleen om financiële gegevens, maar ook om bijvoorbeeld in-, door- en uitstroom van jeugdigen - alsmede informatie over de personele bezetting. Zo kunnen vroegtijdig risico’s in discontinuïteit van jeugdhulp gesignaleerd worden. De Jeugdautoriteit kan vervolgens helpen bij het zoeken naar oplossingen.
In het Convenant Bevorderen continuïteit jeugdhulp hebben de stelselpartners* afspraken gemaakt over de noodzakelijke extra inspanning om vroegsignalering door de JA beter mogelijk te maken.
*De stelselpartners die het Convenant Bevorderen continuïteit jeugdhulp hebben ondertekend zijn: Jeugdzorg Nederland, de Nederlandse GGZ, de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en de Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra, verenigd in de Branches Gespecialiseerde Zorg voor de Jeugd (BGZJ), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de ministeries van Justitie en Veiligheid (JenV) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).