Investeringen in jeugdzorg haperen door structurele financiële druk op sector

Hoewel het aantal jeugdzorgaanbieders met een negatief bedrijfsresultaat in 2023 iets is gedaald, staat de jeugdzorgsector financieel nog steeds enorm onder druk. Dat blijkt uit de nieuwste Trendanalyse Financiële ontwikkelingen in de jeugdzorgsector van de Jeugdautoriteit. De financiële druk vormt niet alleen een bedreiging voor de continuïteit van jeugdzorg, maar belemmert ook broodnodige investeringen in innovatie, onderhoud en transformatie van jeugdzorg. 

Beeld: ©Jeugdautoriteit

De jaarcijfers van jeugdzorgaanbieders uit 2023 laten een stabiel beeld zien. Waar de financiële resultaten de afgelopen jaren daalden, stegen die vorig jaar heel licht. Toch blijft de sector onveranderlijk kwetsbaar. Gemiddeld hadden jeugdzorgaanbieders over 2023 een nettoresultaat van 1,5 procent. Voor grote aanbieders, met een omzet van boven de 20 miljoen euro, lag dit echter op 0,9 procent. “Juist van deze aanbieders verwachten we vernieuwingen en innovaties in andere vormen van zorg”, aldus Kees van Nieuwamerongen, directeur van de Jeugdautoriteit. “Maar een gemiddeld positief resultaat van 0,9 procent is te laag om echt te kunnen investeren.”

JeugdzorgPlus en Gecertificeerde Instellingen 

In de Trendanalyse neemt de Jeugdautoriteit dit jaar ook een tweetal deelsectoren van de jeugdzorg onder de loep. Zo zijn de resultaten van organisaties die JeugdzorgPlus (gesloten jeugdhulp) aanbieden in 2023 verbeterd ten opzichte van het jaar ervoor. In 2022 leden JeugdzorgPlus-aanbieders nog een verlies van ruim 2 procent. Over 2023 was dit een minimaal nettoresultaat van 0,1 procent. Ook de resultaten van Gecertificeerde Instellingen zijn in 2023 verbeterd, naar een marge van 1,2 procent. Het akkoord van het Rijk en de VNG over een landelijk tarief voor GI’s lijkt hier al effect te hebben gehad. 

Personeel niet in loondienst

Verder valt in de Trendanalyse op dat jeugdzorgaanbieders in 2023 iets minder PNIL (personeel niet in loondienst) inzetten. Extern personeel is vaak kostbaar, dus meer vast personeel in plaats van PNIL is een goede ontwikkeling. De kosten van PNIL zijn een belangrijke veroorzaker van kostenoverschrijdingen bij zorgaanbieders. De PNIL-ratio, oftewel de kosten voor het personeel dat niet in loondienst is ten opzichte van de totale personeelskosten, daalde van 22 procent in 2022 naar 21 procent in 2023. Voor grote jeugdzorgaanbieders ging dit omlaag van 17 naar 13 procent.